Het drijvend clubhuis is gelegen in het middelpunt van de Tweede Haven, met een panoramisch dakterras en een royale clubruimte die opent naar de omliggende kades en ligplaatsen. Onder de waterlijn bevindt zich nog een bouwlaag waar onder andere de techniek en het sanitair een plek heeft gekregen.
Het gebouw is alzijdig en speelt met zijn architectuur in op de soms honderden meters lange zichtlijnen over en langs de havenkades. De horizontale witte banden verbinden de open en gesloten programma-onderdelen en leiden de blik over de al net zo witte jachten. Ook de invulling met Padouk-hout tussen de gevelbanden refereert aan de nautische omgeving. Het gebouw oogt temidden van de weidse context bijzonder maar compact, en bedt door zijn materialisatie op intuïtieve wijze in in de omgeving.